lee towers over de marathon rotterdam

Lee Towers beleeft nieuwe hoogtijdagen. The Voice of Rotterdam, de documentaire over zijn leven, is met jubel ontvangen. Net als zijn 40ste cd, Sweet Memories. Op 17, 18 en 19 april 2013 staat hij met een gala-voorstelling in het Nieuwe Luxor Theater. Ook is hij uitgenodigd het Koningslied mee te zingen en krijgt de zanger met de gouden microfoon een hoofdrol bij het afscheidsfeest van koningin Beatrix. En, niet te vergeten, zondag zingt hij voor de start de deelnemers van de ABN AMRO Marathon Rotterdam toe. Een interview over zingen en hardlopen.

 

Kippenvel wanneer Lee Towers You’ll never walk alone zingt

‘Dat vind ik zo mooi bij de marathon, dat gevoel van saamhorigheid’

HENK VAN DER SLUIS

Het is een kippenvelmoment wanneer Lee Towers vanaf een hoogwerker de duizenden deelnemers aan de marathon toezingt. Het startschot klinkt pas nadat hij op onnavolgbare wijze zijn versie van de klassieker You’ll never walk alone over de Coolsingel heeft laten galmen. Een inspirerende traditie.

Zo voelt de zanger het zelf ook. ,,Kippenvel, ja,’’ zegt hij. ,,Het is voor mij een van mijn jaarlijkse hoogtepunten. Het blijft een heel aparte belevenis om te zien hoe al die lopers zo gemotiveerd, zo gedreven klaarstaan voor hun wedstrijd. Ik voel me op dat moment een soort mascotte, ik hoor er helemaal bij.’’

,,Hoogtevrees?’’ Leen Huijzer, zoals hij volgens de burgerlijke stand heet, herhaalt lachend de vraag. ,,Hoogtevrees? Nee joh, ik ben wel gewend om op zo’n hoogwerker te staan. Vroeger, als monteur, moest ik in de haven vaak in kranen klimmen. Je zou kunnen zeggen dat ik me altijd kranig heb gehouden.’’ Hij laat een goed getimede stilte vallen en voegt er dan aan toe: ,,Dit is maar een grapje hè.’’

The Voice van Rotterdam zit er ontspannen bij in het restaurant van de Wisseloord Studio’s in Hilversum, waar hij repeteert met zijn orkest. De mobiele telefoon gaat uit. Kopje thee, stroopwafeltje erbij. Een warm, aimabel mens – dat gevoel ontstaat al na de eerste handdruk en vriendelijke woorden.

Hoe vaak hij You’ll never walk alone heeft gezongen, willen we graag weten. Boven zijn karakteristieke Lee Towers-bril verschijnt een frons. Hij denkt diep na. ,,Ik zing dat nummer al 45 jaar. Gemiddeld 150 optredens per jaar. Nou, reken dan maar uit…’’

Hoofdrekenen is niet onze favoriete bezigheid, maar laten we het, naar boven afgerond, op tienduizend keer houden. ,,Ik heb het lied ook meer dan eens op de plaat gezet. Voor het eerst in 1975, toen het meteen een hit werd. Later ook in een symfonische uitvoering en zelfs als feestversie. Straks mag ik er in Ahoy met het Metropole Orkest het afscheidfeest van koning Beatrix mee afsluiten.’’

Leen Huijzer vertelt met zijn jeugdige enthousiasme en vol trots dat hij is gevraagd mee te zingen op het nieuwe Koningslied. Als hij zo op zijn praatstoel zit, zou je niet zeggen dat hij al 67 is. Nou ja, hij loopt na een rugoperatie weliswaar nog enigszins ongemakkelijk, maar over die stram- en stijfheid hoor je hem niet zeuren. Dan pakt hij straks tijdens zijn galavoorstellingen in het Nieuwe Luxor Theater maar wat vaker de kruk erbij.

,,Kijk, als je het wilt hebben over de overeenkomsten tussen een marathonloper en een zanger als ik, dan kom je al snel uit op het mentale aspect. Een atleet komt op een bepaald moment de man met de hamer tegen en dan moet hij over dat dode punt heen. Dat is een kwestie van doorzetten, van niet opgeven. Karakter. Ik wil ook nooit opgeven.’’

Het herstel na zijn rugproblemen duurt langer dan hij had voorzien. ,,Het loopt niet zoals ik wil, maar ik laat me er niet door afremmen, ik doe toch wat ik wil doen. De shows, inclusief de voorbereiding, vergen veel van mij. Ik zeg altijd: Ik ben het paard voor de wagen. Alle ogen zijn op mij gericht. En ik geef, ook als het een beetje tegenzit, het beste van mijzelf.’’

Believe in your dreams, alles wat je wilt kun je bereiken als je er maar je uiterste best voor doet. Met dat motto gaat Leen Huijzer door het leven. ,,Ik kom uit een christelijk dorp waar showbizz des duivels was. Ik ben er trots op wat ik allemaal heb bereikt. Een mannetje uit Bolnes met alleen lagere technische school. Ongelooflijk, zoals ik mijn dromen heb waargemaakt.’’

Opnieuw dringt de vergelijking met een marathontopper op. Zoals de Nederlandse favoriet Michel Butter naar Kenia ging om daar ‘het vak’ af te kijken van de allerbeste atleten, zo ging Leen Huijzer naar Las Vegas om te leren. In het mekka van de showbusiness deed hij ideeën op voor zijn Gala’s of The Year in Ahoy.

,,Ik ben echt een pionier. Toen ik met mijn grote shows begon, had ik geen referentiekader. In 1983 ging ik voor het eerst naar Las Vegas, inmiddels ben ik er meer dan twintig keer geweest. Nam alles op met een recordertje. Dan vertaalde ik dat naar de Nederlandse situatie. Om uit te leggen hoe ik het op het podium wilde hebben, kwam ‘ome Leen’ binnen met zijn eigen maquettes.’’

Computergestuurd licht, futuristische showtrappen, spectaculaire balletten, massale zangkoren, acts met paarden en duiven, watervallen, levensgrote wolkengordijnen ‘van 16 bij 48 meter’. ,,Je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb het in Ahoy gedaan. Op een bepaald moment had ik vijfhonderd medewerkers.’’

Met sommigen werkt hij al meer dan dertig jaar, vertelt Leen enthousiast nadat hij zijn orkestleider Maurice en een aantal van zijn muzikanten allerhartelijkst heeft begroet en voorgesteld aan zijn gast. ,,Ik werk graag met dezelfde mensen. Ik ben ook altijd mijn eigen baas gebleven: ik ben mijn eigen manager, mijn eigen pr-man, mijn eigen producer. Ik ben Jan de regelaar, maar geef iedereen wel zijn eigen verantwoordelijkheid. Het is een geoliede machine.’’

Bij een tweede stroopwafeltje vertelt hij liefdevol over het feest van zijn moeder, die deze maand 95 jaar is geworden en voor wie hij een speciaal lied had gecomponeerd. Alle familieleden had hij bijeengebracht in het verzorgingstehuis. Zijn broers hadden met hem mee gezongen. En zijn eerste achterkleinkind was er ook bij. Het vertedert hem zichtbaar.

Leen Huijzer heeft privé ook verdrietige periodes gekend. ,,Maar je gaat verder en uiteindelijk kan ik vaststellen dat ik boven alles een bevoorrecht mens ben.’’ Met vier kinderen, elf kleinkinderen en sinds kort één achterkleinkind.

Laura, zijn vrouw, zijn grote liefde, haalt hij graag over het voetlicht. Er is geen ontkomen aan zijn adoratie. ,,Zij heeft altijd voorspeld wat ik ben geworden, zij geloofde in mij.’’ Dan begint hij met zijn prachtige stem een paar regels voor te dragen van een lied dat op haar van toepassing is: The wind beneath my wings, ooit een wereldwijde hit van Bette Midler.

Leen: ,,It must have been cold there in my shadow, to never have sunlight on your face. Your were content to let me shine, that’s your way. You always walked a step behind. So I was the one with all the glory. Did you ever know that you’re my hero. You are the wind beneath my wings.’’

Dan, na een pauze, verklarend: ,,Achter elke succesvolle man staat een sterke vrouw.’’

Hij vraagt of wij zijn website hebben gezien. Al zijn successen, prijzen, titels en onderscheidingen zijn er terug te vinden, en natuurlijk ook zijn discography die liefst veertig cd’s omvat en, o ja, foto’s van zijn gala-optredens. ,,Leuk hè, maar weet je wat mijn mooiste prijzen zijn? De tekeningen van mijn kleinkinderen en de oorkondes van mijn kinderen met de tekst: De liefste vader van de wereld. Dan heb je het goed gedaan.’’

Leen Huijzer, geboren op 23 maart 1946, is een familieman, iemand die geniet van goed gezelschap. ,,Dat vind ik ook zo mooi bij de marathon van Rotterdam, dat gevoel van saamhorigheid. Als ik op zondagmorgen uit mijn auto stap en naar het stadhuis loop, spreken de mensen mij aan en hoor ik van alle kanten: Fijn dat je er weer bent, jij hoort er ook bij.’’

Zo’n optreden laat hij niet lopen. ,,Ik heb het deze dagen erg druk met de voorbereidingen op mijn shows in het Nieuwe Luxor op 17, 18 en 19 april, met interviews, met de opname van het Koningslied. Ik moet een soort van ‘inbreken’ in mijn planning om tijd vrij te maken om bij de marathon You’ll never walk alone te zingen, maar het is volstrekt geen optie om niet te komen.’’

De Marathon. Hij spreekt het woord langzaam uit, proeft als het ware elke letter. ,,Nee,’’ antwoordt hij op de vraag of hij zelf een hardloper is, of is geweest. ,,Ik was een judoka. Totdat mijn knie in elkaar geschopt werd en een meniscus is verwijderd. Daar heb ik altijd last van gehouden. Mijn zoon John, hij is 43, loopt in Rotterdam voor het eerst de 10 kilometer. Maar voor mij is hardlopen niets. Helaas.’’

De zanger gaat drie keer per week naar de sportschool. ,,En ik fiets veel. Peter Post, de Keizer van de Zesdaagse, bewonderde mijn doorzettingsvermogen. ‘Jij had met je wilskracht een goede wielrenner kunnen worden’, heeft hij ooit tegen mij gezegd. Maar ik had mijn zinnen op iets anders gezet.’’

Sport heeft hem wel altijd geboeid. De zesdaagse, de marathon en, natuurlijk, Feyenoord, de club waarvan hij ambassadeur is. Ja, hij hoopt dat de jongens kampioen worden. ,,Het zou prachtig zijn om dit jaar na de marathon nóg een keer op de Coolsingel te zingen. Als de Feyenoorders als kampioenen op het bordes van het stadhuis staan en 200.000 fans hen toejuichen. Ook dan: kippenvel.’’

Aan het begin van het seizoen staat hij altijd op de middenstip van de Kuip, op de Open Dag van Feyenoord. ,,Met 45.000 mensen op de tribunes. Ik ben de zanger van de grote getallen,’’ constateert hij met een glimlach. Zeven miljoen mensen, zegt hij, zagen hem in 1975 toen Willem Duys hem ontdekte in het tv-programma ‘Voor de vuist weg’.

Wat volgde was ‘te gek voor woorden’. 51 gala’s in Ahoy, om maar iets te noemen. ,,Ik ben recordhouder, samen met Frans Bauer.’’ Carré? ,,Kan ik een mooie anekdote over vertellen. Na mijn eerste shows in Ahoy komt de directeur van Carré naar mij toe: wat jammer dat je niet bij ons optreedt. Die directeur was nieuw en wist niet dat ik dat al zeker tien keer had gedaan, nog voordat ik Ahoy vol kreeg. Dat was in de tijd dat ik bij Carré nog door de ballotage moest, dan werd beoordeeld of mijn muziek wel artistiek verantwoord was.’’

Het zijn zoete herinneringen. Sweet Memories. Zo heet ook zijn nieuwste cd. ,,Heb je gelezen dat het AD ‘m heeft beoordeeld met vier sterren?,’’ zegt hij verguld tegen Claudia (38), zijn jongste dochter die tijdens het interview meeluistert. Ze heeft vroeger in zijn ballet gedanst en is zijn secretaresse geweest. Nu is ze even langsgekomen om met haar vader bij te praten.

Ze vond het geweldig om hem ‘helemaal zichzelf’ te zien zijn in de bejubelde documentaire ‘The Voice of Rotterdam’. Die ging dit jaar in première tijdens het filmfestival in de Maasstad en draait nu een maand lang in filmmuseum EYE in Amsterdam. En op 20 mei zendt Nederland 2 de docu uit. Het lijkt wel of Lee Towers meer erkenning en waardering krijgt dan ooit.

,,Het is inderdaad wel anders geweest,’’ vertelt Claudia. ,,Als hij weer eens op tv was, durfde ik soms niet op Twitter te kijken wat ze over mijn vader schreven.’’

Zelf is hij daar nuchter over. ,,Toon Hermans was mijn godfather. Toon hield mij voor: Blijf dicht bij jezelf. Ieder mens is uniek. Er is maar eentje zoals jij. Uiteindelijk is het niet meer belangrijk wat je doet, maar wie je bent.’’

Na afloop geeft hij het bezoek zijn nieuwe cd mee, met veertien nummers die bij hem een ‘dierbare herinnering oproepen aan mensen en momenten uit mijn leven’. Sweet Memories. Om kippenvel van te krijgen.

Pin It on Pinterest

Share This