Hoe moeilijk was het?
,,Ik heb een vreselijke race gehad. Na dertig kilometer ging het helemaal mis en ben ik geregeld gaan wandelen. Een week voor de marathon heb ik een zware keelontsteking gehad en dat was nog goed te merken. Vorig jaar was ik uitgevallen in Rotterdam en nu dacht ik: wat er ook gebeurt, ik loop ‘m uit. Ik wilde dat trauma van 2009 achter me laten.’’
Finishen is dan een feest.
,,Ik kwam huilend over de finish, viel in de armen van burgemeester Aboutaleb. Mooi dat hij er stond. Ik was dolblij met mijn medaille. Je vergeet gelukkig snel hoe zwaar het was. ’s Avonds heb ik alweer heerlijk gegeten en een wijntje gedronken.’’
Al met al toch genoten?
,,Jazeker. Fantastisch, al die enthousiaste mensen langs het parcours. Hele straten die al uren aan het bier staan en je dan toejuichen. Ik heb er ruim vijf uur over gedaan. Het was prettig dat ik onderweg even kon bijkomen tijdens een interview met RTV Rijnmond. We moesten wachten tot er een lijnverbinding was en dat kwam mij niet slecht uit. Na 38 kilometer kreeg ik toch weer een kick, zo van: ik ben er bijna. Na de finish had ik het vreselijk koud. Ik was kapot. Na de marathon heb ik verscheidene mailtjes gehad op mijn werk, met teksten als: Ik heb Suzanne Bosman zien ploeteren in de marathon. Tja, anoniem ploeteren is er voor mij niet helaas meer bij.’’
Wat is het leukste aan de marathon in Rotterdam?
,,De start en de finish zijn onovertroffen. Ik heb ook in New York, Berlijn en Amsterdam de marathon gelopen, maar zelfs de aankomst in Central Park is minder leuk dan finishen op de Coolsingel. Dat is het allerleukste, echt geweldig – het publiek, de sfeer. De Coolsingel is een heerlijke ‘kookpot’. Vorig jaar ben ik dus uitgevallen, maar dan moet je toch langs het finishgebied om je spullen op te halen. Wanneer je het gejuich hoort voor iedere loper die de finish passeert, voel je je echt een beetje zielig dat jij het niet hebt gehaald.’’
Wat ging er mis?
,,Op mijn werk was ik gestruikeld over een kabel. Dat doe je normaal gesproken nooit, maar toen gebeurde het wel. Uitgerekend een week voor de marathon. Suf. Ik dacht dat ik ‘m toch uit kon lopen, maar halverwege kreeg ik problemen. Na 26 kilometer moest ik opgeven. Zes andere marathons heb ik wel volbracht. Het was nu dus mijn achtste.’’
Was het debuut ook in Rotterdam?
,,Ja, in 2004. Mijn tijd was vier uur een 22 minuten. Sneller ben ik nooit geweest. Ik heb niks met tijden en cijfers, wat een gedoe. Voor mij is een marathon ‘overleven’. Het gaat erom dat je ‘m uitloopt en dat je geniet. Het liefst zou ik elke keer stralend over de finish komen in drie uur en vijftien minuten, maar dat zit er niet in. Het verbaast me dat sommige toeschouwers mij van tv herkennen, want aan het eind van een marathon heb ik een rode, afgeleefde kop.’’
Wat is zo fijn aan een marathon?
,,Na afloop ben ik eerst doodziek, helemaal leeg. Na het douchen gaat het wel weer en dan is het heerlijk om met een groep lopers te gaan eten, een wijntje te drinken en elkaar te vertellen hoe zwaar het was en hoe leuk. Deze keer hadden we het idee: we zijn gek, dit doen we nooit meer. Maar snel praat je enthousiast alweer over je volgende marathon. Elke marathon is weer anders, het is steeds een nieuw avontuur. Hardlopen is een manier van leven. Niet dat ik er niet zonder kan en ik ga ook niet als een asceet door het leven, maar het liefst zou ik elke dag lopen. Hardlopen hoort bij mij, het zit in me. Ik kan er heel blij van worden als het goed gaat. En bij tegenslag kan het ook troostend, helend zijn om in het bos een stukje te gaan hardlopen.’’
Trainen is dus geen opoffering?
,,Nee, ik loop per week meestal twee keer een uur, en eenmaal twee à tweeëneenhalf uur. Af en toe loop ik drie uur. Trainen doe ik meestal ’s morgens en op zondag. Ik loop nu zo’n jaar of tien. Ik hou ook van schaatsen, spinning, skaten. Ik vind alles leuk, vooral als het buiten is. Ik loop vaak alleen, soms ook met een clubje. In Rotterdam deed mijn man ook mee. Ja, hij heeft het net als ik gehaald. Wij lopen niet samen. Na afloop wacht hij altijd lief op me. Onze twee dochters van 15 en 13 vinden het prachtig wat wij doen, ze hebben zelf ook wel eens gelopen, maar tegenwoordig prefereren ze uitslapen.’’
Inspireert muziek tijdens het hardlopen?
,,Voor lange trainingen heb ik altijd mijn iPod bij me. Muziek kan je over een dood moment heen helpen, als het even niet zo goed gaat. Ik luister dan onder meer naar Metallica, The Prodigy en naar Wolfmother, die groep kan ik iedereen aanraden. Binnenkort ga ik naar een concert van ze.’’
Nog andere gewoontes?
,,Voor een marathon eet ik altijd een krentenbol, soms twee, en een halve banaan. Het is een soort ritueel. Anderen lopen misschien uit bijgeloof altijd in een oude onderbroek of op nieuwe sokken, ik heb mijn krentenbol en mijn banaan. Eten rond een marathon vind ik vreselijk ingewikkeld, maar ik weet hoe belangrijk het is.’’
Heb je voorbeelden, helden?
,,Ik bewonder het doorzettingsvermogen van Lance Armstrong. In 2006 heb ik hem bij de marathon in New York in levende lijve gezien. Ik durfde hem niet aan te spreken, maar als het tegenzit moet ik vaak aan hem denken.’’